Reguleer wiet, en niet alleen de achterdeur

Een zorgvuldige nieuwe wetgeving zou eigen teelt, cannabis clubs en coffeeshops met gereguleerde achterdeur mogelijk moeten maken
Woensdag, 25 februari 2015

oped-spong-nrc-thumbDe advocaten Spong, Smeets en Vis houden een pleidooi voor het reguleren van de achterdeur van de coffeeshops in een opiniestuk in het NRC. Zij zetten zich af tegen de criminologen Fijnaut en De Ruyver die bepleiten dat cannabis social clubs het alternatief zijn voor de coffeeshop. De advocaten noemen de cannabis club "een doodlopende weg". Met het reguleren van de achterdeur is niets mis, maar waarom zou het daartoe beperkt moeten blijven? Waarom zouden coffeeshops het monopolie op de verkoop van wiet moeten hebben?

Wat is er mis met eigen teelt en de cannabis clubs? Een zorgvuldige nieuwe wetgeving zou alle drie de opties – eigen teelt, cannabis clubs en coffeeshops met gereguleerde achterdeur – mogelijk moeten maken. Eigen teelt en cannabis clubs kunnen een werkzaam alternatief zijn voor die gemeentes die geen coffeeshops toestaan, en dat is nog altijd de meerderheid: slechts een kwart (103 van de 415) van de Nederlandse gemeenten staan coffeeshops toe.

Spong, Smeets en Vis zetten de cannabis clubs nogal misprijzend weg als “cannabis keuvelkringen” en vragen zich af hoe die te controleren zijn en de veiligheid van teelt te waarborgen is. Daaruit blijkt dat ze weinig kennis van zaken hebben over wat een cannabis club nu eigenlijk is. Een cannabis club is een besloten vereniging zonder winstoogmerk die voor haar leden wiet teelt. Die leden hebben zeggenschap over hoe er geteeld wordt en wat voor wietsoorten er geteeld worden. Veel cannabisconsumenten zijn namelijk niet tevreden over wat er in de coffeeshop wordt aangeboden. Biologische teelt zonder pesticiden is beter gewaarborgd in een cannabis club dan in een coffeeshop. Waarom zouden de leden troep tolereren, die ze zelf willen consumeren? In Spanje bestaan talloze cannabis clubs waar menig Nederlandse coffeeshop nog een voorbeeld aan zou kunnen nemen.

Uruguay als voorbeeld

Uruguay_FCB_info2AVervolgens slaan de advocaten de plank mis als ze stellen dat Uruguay stikjaloers zou zijn op “ons – aan de voordeur – goed werkende stelsel”. Pardon? Uruguay heeft in december 2013 de volledige keten van cannabisteelt tot verkoop gereguleerd. Daarbij hebben ze geleerd van het onvolledige model in Nederland: getolereerde verkoop van wiet levert problemen op als ook de aanvoer van het product niet is geregeld. Nederland zou stikjaloers moeten zijn op de transparante regulering van de hele cannabisketen in Uruguay. De zelfgenoemzaamheid over “ons” stelsel is inmiddels – na de regulering in Uruguay en de Amerikaanse staten Washington, Colorado, Alaska en Oregon – volledig misplaatst.

Nederland zou het voorbeeld van Uruguay moeten volgen. De wet daar beslaat namelijk zowel de regulering van eigen teelt (zes planten), cannabis clubs en verkoop via geautoriseerde verkooppunten – in het Uruguyaanse geval apotheken in plaats van coffeeshops. Misschien ook niet volmaakt, maar een stuk beter dan hoe we in Nederland voortmodderen. Het toestaan van eigen teelt en cannabis clubs waarborgt dat de eventueel gereguleerde wiet die aan de coffeeshop zou worden geleverd van goede kwaliteit moet zijn, anders gaan de klanten zelf wel telen of sluiten zich aan bij een cannabis club. Dat is een cannabisbeleid 2.0 waarin de stem van de consument meetelt, in plaats van alleen passief consumeren via de coffeeshop.

Internationaal recht en cannabis

De advocaten stellen vervolgens dat het recente rapport Internationaal recht en cannabis van de Radboud Universiteit geen goed woord over heeft voor de cannabis club. Dan hebben ze dat toch niet goed gelezen. Het rapport legt namelijk een bom onder het huidige cannabisbeleid in Nederland. Het maakt korte metten met de coffeeshop. Dat model mag namelijk helemaal niet volgens de internationale verdragen, een conclusie die minister van Justitie en Veiligheid Opstelten – de opdrachtgever voor het schrijven het rapport – waarschijnlijk liever niet had gezien.

Daarentegen zouden eigen teelt en cannabis clubs getolereerd kunnen worden, aangezien een actief vervolgingsbeleid volgens de verdragen niet verplicht is. Dat is ook precies wat het Openbaar Ministerie heeft gezegd tegen de cannabis club Tree of Life in Amsterdam, nadat deze om opheldering had gevraagd. Zo onstaat de bizarre constructie dat coffeeshops – met de “onbevlekte ontvangenis” van wiet waar niemand weet waar het vandaan komt – bestuursrechtelijk worden gedoogd, en een cannabis club – waarvan duidelijk is dat de wiet niet uit het criminele circuit komt – niet wordt toegestaan. Snapt u het nog?

De regulering van de achterdeur via een uitbreiding van het gedoogbeleid naar de teelt, zoals Spong, Smeets en Vis voorstellen, zou die bizarre situatie kunnen oplossen als ook de regulering van eigen teelt en de cannabis clubs wordt meegenomen. Die uitbreiding zou dan echter – in tegenstelling tot wat de advocaten beweren – in strijd zijn met de internationale verdragen, althans volgens het Radboud rapport. Een volledige regulering met overheidscontrole op teelt onder een vergunningstelsel is niet te verdedigen onder het geldende verdragsstelsel.

Hervorming VN verdragen

Het veranderen van die verdragen is een diplomatieke nachtmerrie en zal vele jaren duren. Een eerste stap is dat enkele landen de “wet” overtreden. Net als bij sociaal-ethische kwesties zoals abortus en euthanasie verandert verouderde wetgeving – in dit geval een stelsel van verouderde verdragen – alleen als enkelen de moed hebben de norm te overtreden. “Iemand moet de eerste zijn,” zei de Uruguyaanse president Mujica toen de regulering werd aangekondigd.

Nederland kan de tweede zijn. De Verenigde Staten kunnen, gezien de wettelijke regulering in inmiddels vier staten, niet meer protesteren zonder zich belachelijk te maken. En aangezien Nederland met het coffeeshopsysteem de verdragen kennelijk toch al overtreedt, kunnen we dat beter zorgvuldig doen met een transparante nieuwe wetgeving waarin met alle aspecten wordt rekening gehouden: een gereguleerde achterdeur, maar ook juridische ruimte voor eigen teelt en cannabis clubs.


Tom Blickman is onderzoeker bij het Transnational Institute (TNI) in Amsterdam. Hij is mede-auteur van het rapport The Rise and Decline of Cannabis Prohibition en publiceerde onlangs het rapport Cannabis Policy Reform in Europe: Bottom up rather than top down.